Het CDA heeft geheel uit eigen initiatief een elfde gebod in het leven geroepen. Het luidt: gij zult geen cannabis gebruiken. Of zoals de CDA’ers Shahsavari en Rog het in Het Parool van 19 december verwoorden: ‘drugsgebruik is gevaarlijk, onverantwoord en onacceptabel’.
Aanleiding voor de strijdlust van de politici is een moratorium op het sluiten van coffeeshops in Amsterdam op basis van het afstandscriterium dat de aanwezigheid van coffeeshops in de buurt van scholen verbiedt. Volgens het CDA is dit het gevolg van de ‘drugslobby’ van ‘linkse en liberale partijen’ die weigeren om uw kinderen te beschermen omdat zij de belangen van verkopers en gebruikers hoger zouden achten en bovendien meer drugstoeristen zouden willen.
Shahsavari en Rog wekten even de verwachting dat zij met allerlei argumenten zouden betogen dat het afstandscriterium tot een forse daling in het softdrugsgebruik onder kinderen zou leiden, maar de teleurstelling valt dan ook nauwelijks te onderdrukken wanneer zij niet veel verder komen dan de ‘signaalfunctie’ van de maatregel. Uit de sluiting zouden onze jongeren de boodschap moeten destilleren dat drugs slecht zijn. Op zich logisch gezien het feit dat uit onderzoek van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) blijkt dat zelfs de vertegenwoordigers van scholen zeggen dat de nabijheid van coffeeshops scholieren er niet toe aanzet om cannabis te gaan gebruiken.
Wanneer men het gevaar van cannabis met alcohol vergelijkt, is het een wonder dat het CDA zich nog niet op de sluiting de Amsterdamse kroegen heeft gestort. Cannabis is immers in tegenstelling tot alcohol nauwelijks toxisch en zorgt zelden voor overlast. Veel buurtbewoners van de te sluiten coffeeshops zijn veel banger voor de komst van een café in het vrijkomende pand (met horecavergunning) en laten daarom de situatie liever zoals hij is. Bovendien is de controle op leeftijd in coffeeshops zeer grondig en zijn de straffen op overtreding niet van de lucht.
Shahsavari en Rog halen bijna alle feiten door elkaar. Zo zou bijvoorbeeld het cannabisgebruik in Nederland aanzienlijk hoger liggen dan elders in Europa, terwijl het ministerie (VWS) rapporteert dat Nederland een gemiddeld gebruik kent. Ook lezen zij de rapporten van Antenne slecht en plakken her en der wat conclusies uit verschillende hoofdstukken aan elkaar. De politici blijken op basis van de rapporten een forse toename onder jongeren te hebben gesignaleerd, terwijl ook het laatste rapport zegt: Vooral roken, drinken en blowen onder middelbare scholieren is in de loop der tijd fors gedaald. (Antenne 2014)
Drank en drugs maken deel uit van de wereld waar onze kinderen in opgroeien. Door een formeel verbod onder de achttien maken we al duidelijk dat gebruik onder jongeren niet toegestaan is. Tegelijkertijd ontslaat dit ons niet van de verantwoordelijkheid als opvoeder om het gesprek aan te gaan. Alleen zo groeien ze op tot volwassenen die weerbaar zijn en zich bewust zijn van de gevaren.
Zelfs een écht afstandscriterium van enkele kilometers (in tegenstelling tot de 250 meter men nog net niet sprinten kan) houdt jongeren met een drang tot experimenteren niet tegen; ze hebben namelijk allemaal een fiets.
Dat het CDA een duidelijke opvatting heeft valt te prijzen, maar dat ze dit elfde gebod onderbouwen met onjuiste argumenten en een pathetisch beroep op de zorgplicht voor onze kinderen, geeft te denken.